Over ons

Het vertaal- en tolkenbureau Inter-Lingua wordt sinds 1996 gerund door het tweetalige Nederlands-Russische echtpaar Bram en Svetlana van Son-Kuzovkova. Aangezien Inter-Lingua ruim 10 jaar actief is, vonden we het de hoogste tijd onze website in een nieuw jasje te steken en eens terug te blikken op ons eerste decennium. In de onderstaande uiteenzetting wordt weergegeven hoe wij ons bureau hebben proberen te positioneren en waar wij in die jaren allemaal mee te maken hebben gekregen.

In 1996 ontstonden onze plannen voor het opzetten van een vertaalbureau. Ver vóór de oprichting van Inter-Lingua werden wij door verschillende opdrachtgevers benaderd vertaal- en tolkwerk te verrichten in en uit het Russisch, Frans en Duits. Dit liep boven verwachting zo goed dat wij in december 1996 de stoute schoenen aantrokken en de gok maar waagden; eerst als eenmanszaak om er een paar jaar later een V.O.F. van te maken.

In de beginfase combineerden wij onze eerste opdrachten met het afronden van onze studie. Na het behalen van het diploma licentiaat vertaler aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken (HIVT) te Antwerpen in 1998 ging het snel. Kennelijk was onze opleiding tot vertaler Frans, Duits en Russisch en lerares Duits en Engels, maar vooral de combinatie van twee moedertaalsprekers (Nederlands en Russisch) dé reden voor de toename van het aantal vertaal- en tolkopdrachten. Door het kleinschalige karakter van onze dienstverlening konden we onze prijzen laag houden zonder aan kwaliteit in te boeten. Iedere vertaling werd vóór levering aan de klant door twee native speakers gecontroleerd op inhoud, volledigheid, grammatica, stijl, etc., waardoor de klant een kant-en-klaar eindproduct kreeg voorgeschoteld. Deze manier van werken leverde zowel voor ons als voor de klant een win-win-situatie op. Door ons hoofdzakelijk toe te leggen op vertalingen in en uit het Russisch konden we snel werken en toch kwaliteit blijven leveren. Na ontvangst van de vertaling hoefde de klant geen extra kosten meer te maken aan controle/proeflezen door een tweede vertaler. Dat zat immers reeds bij de prijs inbegrepen. Onze achtergrond, gecombineerd met de bovenstaande aanpak en het ontbreken van hoge overheadkosten i.v.m. een duur bedrijfspand en personeel, leidde al gauw tot naamsbekendheid in binnen- en buitenland. Binnen de kortste keren wisten klanten ons, vaak via mond-tot-mond reclame, van heinde en ver te vinden.

Naast de overheid, semi-overheidsinstellingen, het bedrijfsleven en particulieren leverden we als onderaannemer tevens aan grote vertaalbureaus, wat er op wijst dat onze prijs zeer schappelijk en de kwaliteit navenant was.

Deze aanpak had echter ook een keerzijde. Onze manier van werken leidde er eveneens toe dat klanten (in hun radeloosheid) steeds vaker een beroep op ons deden voor talen die wij zelf niet machtig waren. In het begin ging het dan met name om Oost-Europese talen en talen uit de landen van de voormalige Sovjet-Unie. In de periode 2000-2005 hadden klanten al vaak moeite vertalers te vinden voor talen van de nieuwe kandidaat-lidstaten van de Europese Unie. Dat gold met name voor talen als het Sloveens en in mindere mate voor het Slowaaks, Ests, Lets en Litouws. Ondanks onze voorkeur onze opdrachten liever zelf uit te voeren en alles in eigen beheer te houden, verzochten klanten steeds nadrukkelijker te helpen bij dergelijke voor ons ‘exotische' talen.

Om onze opdrachtgevers toch zo goed mogelijk van dienst te zijn, gingen we ook deze vorm van dienstverlening aanbieden. Na 2001 werden we steeds vaker verzocht te bemiddelen bij vertalingen in de talen van de voormalige Sovjet-Unie (USSR- en GOS-talen). Voor de Baltische talen (Ests, Lets en Litouws) was het destijds al vaak problematisch een geschikte vertaler te vinden om nog maar te zwijgen van de talen uit de Kaukasus of Centraal-Azië, zeker in combinatie met het Nederlands. Ondanks het feit dat deze landen zich in 1991 losgemaakt hebben van de Sovjet-Unie en van planeconomie overgeschakeld zijn op markeconomie laat de arbeidsmentaliteit vaak nog veel te wensen over. Dit heeft uiteraard ook z'n weerslag op vertalen. Voor ons vanzelfsprekende begrippen als deadlines, kwaliteit, consistentie, klantvriendelijkheid, e.d. zijn in deze landen vaak ver te zoeken. Wat dat betreft, is men doorgaans blijven hangen in oude Sovjetgewoontes. Persoonlijk contact met een betrouwbare partner in deze landen in combinatie met een grondige kennis van de Russische taal is daarom geen overbodige luxe.

De meer recente ontwikkelingen op de Nederlandse vertaalmarkt hebben o.i. een dubbel effect. Sinds de invoering van het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv-register) zijn de gegevens van 2700 beëdigde tolken en vertalers voor bijna iedereen toegankelijk. Kwam men vóór de invoering van het Rbtv nog geregeld bij ons, wordt tegenwoordig rechtstreeks contact opgenomen met de desbetreffende vertaler. Voor veel opdrachtgevers, vooral particulieren, is het Rbtv dus een uitkomst. Toch blijven veel talen, waaronder die van de Kaukasus en de Centraal-Aziatische landen zoals het Georgisch, Azeri, Kazaks, Oezbeeks, Kirgizisch, Tadzjieks en Turkmeens ondervertegenwoordigd. Vooral voor beëdigde vertalingen blijft dit vaak een probleem. Dit is enigszins te ondervangen door samen te werken met beëdigde vertalers in het buitenland. Maar ook hier loop je dan al snel weer aan tegen de hierboven omschreven arbeidsmentaliteit om nog maar te zwijgen van zaken als verschillen in de transcriptie/transliteratie bij de weergave van eigennamen en de onwetende reactie daarop van klanten en instanties.

Uit ervaring weten wij echter dat veel vertaalwerk, bestemd voor de hierboven genoemde landen, vaak niet in de officiële landstaal wordt uitgevoerd, maar in het Russisch. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat deze talen vaak nog niet zodanig ontwikkeld zijn om bepaalde (vak)termen adequaat weer te geven en meestal ondervertegenwoordigd zijn in de West-Europese talen. Dit is vaak al een probleem voor het Russisch om nog maar te zwijgen van talen als het Azeri, Kazaks, of om dichterbij huis te blijven, het Ests, Lets, Litouws en het Oekraiëns, zeker in combinatie met het Nederlands. Om die reden zijn vertalers vaak genoodzaakt te werken via andere talen zoals het Russisch, Engels, Duits of Frans, omdat er in combinatie met die talen wel woordenboeken en andere naslagwerken voorhanden zijn. Zo zie je in de vertaalpraktijk dan ook vaak teksten die letterlijk vertaald zijn uit het Russisch, omdat er simpelweg (nog) geen andere bronnen beschikbaar zijn. Hier wordt weliswaar in landen als Oekraïne, Azerbeidzjan en Kazakstan hard aan gewerkt, maar dat vergt veel tijd en geld. Zo zijn tot op de dag van vandaag veel leerboeken, medische bijsluiters e.d. nog gewoon in het Russisch geschreven, omdat er simpelweg nog geen vertalingen van bestaan. Dit laatste geldt met name voor Centraal-Aziatische talen. Als daar al vertalers voor te vinden zijn, willen ze nog wel eens weigeren een tekst te vertalen. In dergelijke situaties wordt dan vaak geopteerd voor een Russische vertaling, zeker als het gaat om zeer specialistische teksten van medische, juridische en technische aard.

De invoering van het Rbtv moet volgens de verantwoordelijke instanties meer marktwerking bevorderen en uiteindelijk leiden tot meer kwaliteit tegen lagere prijzen. Meer marktwerking en lagere prijzen heeft o.i. echter niet automatisch meer kwaliteit tot gevolg. Niet alle sectoren van de economie komen in aanmerking voor marktwerking en zijn dus ongeschikt voor aanbestedingen en andere proefballonnetjes. De vertaalsector is er daar een van. Zo wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat voor bepaalde talen een hoger tarief niet zomaar gerechtvaardigd is. Maar al te vaak wordt geredeneerd dat de vertaalmarkt, net zoals de supermarkt, een spel is van vraag en aanbod. Deze opvatting klopt als er voldoende vraag en aanbod is. Maar dat is lang niet altijd het geval. Voor gangbare talen is een tarief van 10 cent per woord misschien te verdedigen, maar men vergeet daarbij dat minder gangbare talen voor hetzelfde werk meer tijd vergen. Vaak moet gewerkt worden via andere talen, omdat er gewoonweg geen of onvoldoende woordenboeken of zelfs opleidingen voorhanden zijn. Kortom, de algemene basisregels van vraag en aanbod zijn niet klakkeloos toepasbaar op de vertaalmarkt.

Dit was in het kort een omschrijving van zaken waar wij sinds onze eerste stappen op de vertaalmarkt mee te maken hebben gehad. Wij zelf vonden het de moeite dit eens op papier te zetten en te delen met (toekomstige) collega's en andere belangstellenden. Want ondanks alle perikelen waar je als tolk/vertaler mee te maken krijgt, blijft vertalen vooral een erg mooi en leerzaam vak. Geen dag is hetzelfde en ondanks het soms eenzame werk kun je vaak zelf je tijd indelen en als aangename bijkomstigheid valt het zelfs te combineren met schoolgaande kinderen.

 
 
 
 
 
 
 
 
http://www.novosite.nl/aff1.php?id=77050